Ambitieus vanaf de start
Ambitieus vanaf de start
Jan Oomes en Niek de Wit stonden als directeur en medisch manager jarenlang aan het roer van de Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra (LRJG). In het kader van het symposium over 20 jaar LRJG dat 5 juli is gehouden blikken ze samen terug op deze periode.
“Ik trof bij LRJG een jonge organisatie aan met veel dynamiek”, vertelt Jan Oomes. “Onze gezamenlijke opdracht was om er een duurzame en stabiele organisatie van te maken waarin ook ruimte was voor academische ambities op het gebied van zorginnovatie, wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. De zorg voor onze patiënten stond voorop en innovatie kon niet uit zorgkosten worden gefinancierd”. Het bleek een flinke uitdaging om deze ambities waar te maken in een groeiende organisatie en om tegelijkertijd een gezonde financiële balans te behouden.
Niek vult aan: “Het was in het begin even zoeken, maar we zijn er met z’n allen goed in geslaagd om een breed zorgaanbod op te bouwen en uit te breiden, mede door zorginnovaties te implementeren die we hebben bekostigd bijvoorbeeld door middel van subsidies”.
Op de onderlinge samenwerking kijken ze met genoegen terug. “We vulden elkaar goed aan qua competenties en we hadden een persoonlijke klik. Over de grote lijnen waren we het vaak snel met elkaar eens. Dit maakte dat er vertrouwen was waardoor we een sterk team waren. Het meest trots zijn ze op de LRJG organisatie en de mensen die er werken. “LRJG heeft nu drie academische werkplaatsen; voor huisartsgeneeskunde, fysiotherapie en verplegingswetenschappen die samen een eerstelijns laboratorium vormen. Er is ruimte voor ontwikkeling van talent. Verder is er een goed gevulde onderzoeks-portefeuille die impact heeft. Iedereen is enorm bij de organisatie betrokken, blijkend uit het feit dat meer dan 90% altijd aanwezig is bij de traditionele kerstdiners!”
Het gesprek eindigt over uiterlijk vertoon, waar beiden zeggen wars van te zijn. “Misschien hadden we LRJG nog meer in de kijker mogen zetten. Voor de toekomst wensen we LRJG toe dat de organisatie zich verder ontwikkelt als innovatiecentrum in de eerste lijn dat zelfbewust naar buiten treedt en regionaal nog meer zichtbaar wordt.”
Monika Hollander