De huisarts betrekken bij kankerzorg
De huisarts betrekken bij kankerzorg
Zorgpad voor betere samenwerking tussen ziekenhuizen en huisartsen
Doordat mensen steeds ouder worden, neemt de kans dat zij kanker krijgen toe. Daarbij blijven kankerpatiënten langer in leven door de verbeterde zorg. Het gevolg: er zijn steeds meer mensen met kanker.
Kankerzorg wordt vanwege de ernst van de ziekte vooral in ziekenhuizen verleend. De rol van de huisarts wint echter aan belang. Dit komt doordat zij hun patiënten vaak goed kennen, zowel op persoonlijk als medisch gebied. Goede samenwerking tussen ziekenhuis en huisarts leidt naar verwachting tot meer persoonlijke zorg, die vaker in de thuissituatie kan plaatsvinden. Maar hoe regel je een goede samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuizen? Onderzoekers in het UMC Utrecht bedachten er een simpele oplossing voor.
Buiten beeld
Charles Helsper, onderzoeker van het UMC Utrecht Julius Centrum: “Als iemand de diagnose kanker krijgt, kan de huisarts buiten beeld raken. Dat komt doordat de diagnosestelling en verdere behandeling plaatsvinden in het ziekenhuis. Dit is jammer, omdat de betrokkenheid van de huisarts ook tijdens het behandeltraject waardevol is.” Hij vervolgt: “De huisarts kent immers het medisch dossier, de geschiedenis en de gezinssituatie van zijn patiënten. Daardoor kan hij goed inschatten wat het betekent als bijvoorbeeld de moeder van een gezin kanker krijgt, vaak afwezig is vanwege de behandeling, of ziek is door chemotherapie. Met deze kennis kan hij helpen bij het maken van een keuze voor therapie. Hij kan de wensen van de patiënt bespreken en vragen voor het ziekenhuis formuleren. Tijdens de behandeling kan de huisarts begeleiding bieden aan patiënt en gezin en rekening houden met de invloed van eventuele andere aandoeningen.”
Na de behandeling
Doorlopende begeleiding is ook belangrijk voor de periode na de behandeling. Charles: “Voor de patiënt begint het verwerkingsproces vaak pas na afloop, als de patiënt wordt geconfronteerd met de gevolgen van de ziekte en de behandeling. Denk daarbij aan: leven met een stoma of amputatie, maar ook met angst voor terugkeer van de ziekte.” Na het beëindigen van de behandeling is de huisarts weer de centrale zorgverlener. Daarom is het is voor beide partijen beter als de huisarts goed op de hoogte blijft van de situatie en steeds betrokken is geweest bij de patiënt.
Onderzoek GRIP
Ziekenhuizen zien het belang van goede samenwerking met huisartsen bij kankerzorg en aan beide kanten is er behoefte aan verbetering van deze samenwerking. Met dat doel startten onderzoekers van het UMC Utrecht in 2014 de GRIP-studie.
“Wat er al bestond, hebben we beter gestructureerd in een zorgpad”, zegt Charles Helsper. “Daarbij hadden we twee uitganspunten: De patiënt hulp aanbieden bij het maken van passende behandelkeuzes èn voorkomen dat patiënt en huisarts elkaar tijdens de behandeling uit het oog verliezen”. Het zorgpad bestaat uit twee onderdelen: het eerste is het time out gesprek. Dit voert de patiënt met de huisarts nadat hij de diagnose kanker heeft gekregen. Buiten de context van het ziekenhuis kijken zij samen naar de best passende behandeling. Ook bespreken zij de wensen voor de begeleiding. Charles: “Ongeveer driekwart van de deelnemers maakt tot nu toe gebruik van het aangeboden time out gesprek met de huisarts, er is dus duidelijk behoefte aan.”
Het tweede onderdeel van het zorgpad is doorlopende begeleiding die de patiënt tijdens de behandeling krijgt van de huisarts en een oncologisch geschoolde thuiszorgverpleegkundige.
Over GRIP
GRIP is in 2014 gestart door een groep medisch onderzoekers van het UMC Utrecht waaronder Elsken van der Wal, Niek de Wit, Anne May, Ietje Perfors, Eveline Noteboom en Charles Helsper. Er deden 154 deelnemers met kanker mee aan het onderzoek, die werden verdeeld over twee groepen. Een van de twee groepen kreeg het zorgpad aangeboden. De ervaringen met het nieuwe zorgpad waren zo positief, dat deze afspraken zijn vastgelegd in regionale zorgafspraken.
De resultaten van de GRIP studie worden op dit moment uitgewerkt. Daarnaast lopen de vervolgonderzoeken GRIP II en KiesGerust, die ingaan op de optimale organisatie en invulling van het time out gesprek tussen huisarts en patiënt, bij uiteenlopende patiëntgroepen.
Meer info GRIP studie