Huisartsen opleiden in coronatijden
Huisartsen opleiden in coronatijden
Het coronavirus hield Nederland en ook onze huisartsopleiding vanaf dit voorjaar in de greep. We konden onze aios geen huisartsonderwijs meer geven in Zeist. Ook de praktijkvoering van huisartsen werd drastisch omgebogen: zo min mogelijk patiënten zien, proberen alles telefonisch af te handelen en aparte coronaspreekuren. Dit had natuurlijk grote gevolgen voor de aios in de huisartspraktijk. Maar ook in de ziekenhuizen werd de zorg nagenoeg stil gelegd en leek het dat er maar een ziekte was. Iedereen stond schrap voor de enorme vloedgolf die op ons af dreigde te komen.
In de eerste week van de crisis was het snel schakelen om landelijk beleid en richtlijnen van het UMC Utrecht te vertalen naar beleid voor onze huisartsopleiding. Iedere week maakten we met het managementteam van de huisartsopleiding zorgvuldig de afweging hoe het nieuwe coronabeleid onze opleiding raakte en wat de betekenis was voor onze medewerkers, aios, huisarts- en stageopleiders. Het beleid vertaalden we in wekelijkse coronanieuwsbrieven voor de verschillende betrokken partijen. Van hen hebben we terug gekregen dat zij dit als nuttig en zinvol hebben ervaren. We zijn er trots op dat we dit in korte tijd voor elkaar hebben gekregen. Tegelijkertijd hadden aios in de praktijk ook praktische vragen. Ze wilden overgeplaatst worden want er was voor hen weinig te doen op de werkplek.
In de afweging om tot een antwoord te komen, is onderscheid gemaakt tussen aios in de huisartspraktijk en degenen die in het ziekenhuis aan de slag waren. De aios in de huisartsenpraktijk bleven in de praktijk aan het werk. Het zou best eens stilte voor de storm kunnen zijn en deze pandemie kon natuurlijk ook een prachtig leermoment zijn: Hoe pas je praktijkvoering aan in een tijd van crisis? In het ziekenhuis was het anders: we hebben enkele aios in hun ziekenhuisstage overgeplaatst omdat ze op non-actief gesteld waren. Wel bleven we met de regio in contact om zo nodig aios in te zetten waar de nood te hoog zou worden. Dit is in onze regio gelukkig niet gebeurd. De SBOH, de werkgever van de aios, dacht proactief mee over financiering om inzet van aios op andere plaatsen te kunnen faciliteren.
Naast de organisatie van de stagepraktijk zijn we ook gedegen aan de gang gegaan met het organiseren van digitaal onderwijs op de terugkomdagen. Dat was wennen in het begin, maar al doende leerden we. De inzet van onze docenten en technische staf was geweldig. Met vereende krachten is het gelukt onderwijs op maat te organiseren voor de aios en opleiders. Ook daar zijn we trots op. Een aantal dingen ging anders: de structuur van het vaste curriculum werd los gelaten. Ook het toetsen en beoordelen was niet mogelijk zoals we gewend waren. Met de zeven andere huisartsopleidingen en in samenspraak met de RGS hebben we afspraken gemaakt hoe we hier mee moesten omgaan.
Nu zijn we drie maanden verder en is het leven nog lang niet terug naar normaal. Voorlopig blijft een deel van het huisartsonderwijs digitaal. Wel zijn we voorzichtig aan het kijken of we fysiek onderwijs kunnen organiseren, binnen de kaders die door de overheid en het UMC Utrecht gesteld zijn. Want het uitwisselen en leren in de praktijk maakt daadwerkelijk verschil bij onze opleiding en kenmerkt ons. We kijken uit naar het aanbieden van onderwijs in Zeist waarbij we wel weer (deels) bij elkaar zijn.
In september begint een nieuwe groep aios. Zij hebben niet kunnen kennismaken met de huisartsenzorg die we kennen van voor de coronatijd. Wat de impact hiervan is, kunnen we nu nog niet overzien. We zien dat onderwijs nu in het teken staat van innovatie.
Er zijn andere manieren van leren ontwikkeld en er gaat misschien nog wel meer komen. We gaan zien wat dit gaat betekenen voor wellicht nieuwe competenties voor jonge huisartsen. Dat doen we door met elkaar te evalueren, te benoemen wat we kunnen vernieuwen als huisartsopleiding en ook te koesteren wat we willen blijven behouden. Zodat we blijven opleiden tot toekomstbestendige, generalistische en kritisch denkende huisartsen.
Roger Damoiseaux & Monique Filippo