Near-home heart failure care
Near-home heart failure care
Onlangs schreven mijn promotor en ik een artikel ‘in de omgekeerde rol’; hij schreef, ik gaf commentaar, hij herschreef. Het gaf te denken over de hiërarchische structuur van een promotietraject en wat het betekent om kritisch te zijn.
Eén van de belangrijkste rollen die een goede onderzoekster op zich moet kunnen nemen, is die van critica; beoordelaar van andermans en eigen werk. In de natuurlijke hiërarchie van een promotietraject is de promovenda echter vrijwel steeds in de lerende rol: haar werk wordt verbeterd, bekritiseerd, zij krijgt advies en wordt opgeleid. Dit traditionele leerproces houdt een zekere passiviteit in: je doet, zo goed als je kunt, datgene wat je krijgt aangeleerd en levert het vervolgens over aan het oordeel van mensen die er meer van weten dan jij. Het bekritiseren van werk van iemand anders, waarvan je weet dat hij zijn sporen heeft verdiend, vergt een veel actievere houding. Als critica was het niet mijn doel om feitelijke onjuistheden op te sporen (die waren er niet) of om mijn eigen stijl te etaleren; dat zou eenvoudig zijn. Als critica probeerde ik daarentegen om de gedachtegang van de ander te volgen en te doorgronden en, het lastigste van allemaal, te toetsen aan mijn eigen ideeën. Waar je als promovenda constant streeft naar het voldoen aan de standaarden van de academische gemeenschap, toets je als critica andermans werk aan je eigen standaarden. Het leveren van goede kritiek is dus per definitie ook een bevraging van eigen oordelen.
Daarnaast vergt critica zijn, bijna paradoxaal, een zekere mildheid. De té kritische critica draagt niet bij aan de verbetering van een stuk: zij staart zich blind op (onrealistische) perfectionering van bijzaken. Een onderzoekster heeft het liefst altijd gelijk, maar een goede critica weet haar gevechten te kiezen.
In de rol van critica leer je tot slot objectiviteit en verantwoordelijkheid; een goed eindoordeel mag niet afhangen van ondergeschikte zaken zoals de hiërarchische verhouding waarin je je bevindt tot de schrijver. Mijn ‘ongevoeligheid voor hiërarchie’ werd tijdens deze oefening op de proef gesteld toen ik mijn promotor moest meedelen dat ik het stuk, na herschrijving, nog steeds niet goed genoeg vond. Maar een goede promotor, zoals de mijne, kan daartegen. Juist door zich open te stellen voor kritiek, heeft mijn promotor me geleerd kritisch te zijn. Ik kan het elke promotor en promovendus aanraden om op deze manier een artikel te schrijven, want zowel durven twisten als betwist durven worden zijn essentieel voor goede wetenschap.
Amy Groenewegen