Terug

Opleider in beeld

Opleider in beeld

Opleiders spelen een centrale rol in de opleiding van de huisartsen. Een belangrijk deel van de opleiding van de aios vindt plaats in de huisartsenpraktijk. In het vernieuwde curriculum dat vanaf september 2017 stapsgewijs wordt ingevoerd, neemt het aandeel van de huisartsopleider in het leerproces van de aios verder toe. Daarom is het van belang dat de kwaliteit van de huisartsopleider, dat wil zeggen diens inzet, betrokkenheid, motivatie, didactische vaardigheden en coachvaardigheden, wordt bevorderd, gekoesterd en bewaakt. In de notitie “opleider in beeld” beschrijven we hoe we zicht krijgen op de kwaliteit van de huisartsopleider. Hierin wordt het aannamebeleid besproken, de verwachtingen die we hebben van de opleider, en wat te doen wanneer de opleider niet aan deze verwachtingen en afspraken voldoet.

De notitie is op de website van de huisartsopleiding te vinden.

Joop Klein Haneveld, 20 jaar opleider, 17 aios opgeleid, huisarts/praktijkhouder in Winterswijk, een stadje van 30.000 inwoners in de Achterhoek. Bijna 70 jaar, plezier in het vak, als huisarts in 1979 gestart, zonder huisartsopleiding(!). Tot een paar jaar geleden altijd full-time gewerkt. En meer dan een half jaar zoekende naar een opvolger. Dit is in het kort het signalement van een gedreven huisarts en opleider van wie we komend jaar afscheid gaan nemen. Ik sprak met hem over het opleiderschap, de opleiding en over de notitie “opleider in beeld”.

Joop noemt het huisartsenvak het mooiste vak wat er is, waaraan hij direct toevoegt dat hij minder lol in het vak had gehad als hij geen opleider was geweest. Het coachen van aios, van onzeker naar meer zeker, het zit in zijn genen. Joop komt namelijk uit een onderwijsfamilie. Hij is jaloers op de huisartsopleiding die hijzelf niet heeft gehad. Zeker de eerste jaren als huisarts had hij beter gefunctioneerd als hij een opleiding had gehad; de hulpvraag verduidelijken bijvoorbeeld, hoe gewoon die nu ook lijkt, was een nieuw inzicht voor hem.

En de eerste jaren als opleider in Utrecht, - tevoren had Joop vergeefs aangeklopt bij Nijmegen en de VU-, waren zeer leerzaam. “Ik was doodsbang voor beoordelingen en om beoordeeld te worden, ik vond iedereen zo aardig, zo vol goede voornemens; ik heb geleerd om aspecten van een persoon i.c. een aios te benoemen zonder dat daarin de hele persoon ter discussie staat”. Het durven en kunnen beoordelen is hem daarna goed te pas gekomen bij de aansturing van de doktersassistentes. De Utrechtse opleiding noemt hij een “warm bad”. Men wordt hier respectvol bejegend, waarbij op de terugkomdagen een goede mix wordt geboden van psychologie en somatiek en er is een goede harmonie in het docententeam. Dat de groep wordt geleid door een huisarts en een psycholoog heeft echt meerwaarde.

De vraag of er veel veranderd is sinds hij opleider werd bekijkt Joop vanuit diverse gezichtspunten.
Als opleider vindt Joop, naast de context van het vak dat verandert, dat het leerproces van de aios veelal hetzelfde gebleven is.Het plezier in het vak hebben en houden, het enthousiasme uitstralen, “ik ben daarin een rolmodel”. De vraag die hij dan ook vaak met zijn aios bespreekt is of er ook leven naast het leven als huisarts is. Het vak vergt veel van je, maar je krijgt ook veel terug, als je daar oog voor hebt. In de manier waarop aios naar het vak kijken ziet hij wel een verandering. Ik heb een vak en dat is huisarts versus ik ben huisarts.

Bijna geruisloos gaat het gesprek over de notitie “opleider in beeld”. Joop vindt het goed dat de notitie er nu is. Om een goede opleider te zijn en te blijven, dat is niet vrijblijvend. Wat is je motivatie om opleider te zijn, hoe vul je je rolmodel in. Dat daar eens per 2 jaar in een functioneringsgesprek met je over wordt gesproken vindt Joop niet meer dan terecht. Het is goed om te beseffen dat je als opleider een taak hebt. Opleider zijn is een pre, dat moet je uitstralen. Elementen als aanwezigheid op de terugkomdagen en dagelijks voeren van een leergesprek vindt hij goede maatstaven voor de betrokkenheid en inzet als opleider. Leergesprekken noemt Joop “heilige tijd”, daarom doet hij ze altijd ’s ochtends, dan kan er moeilijk wat tussen komen. Ook de aanwezigheid op opleidersterugkomdagen vindt hij iets zeggen over de invulling van het opleiderschap. “Daar moet je gewoon zijn” is zijn stellige overtuiging. Hij ruilt daarvoor zelfs de diensten om de terugkomdagen niet te missen.

Over de 360 graden feedback, waarbij de LEOh (Landelijke Evaluatie Opleider huisartsgeneeskunde) van de aios wordt meegenomen in het functioneringsgesprek van de opleider, wil hij kwijt dat het open en transparant moet gebeuren, per slot van rekening is het de bedoeling dat de opleider daarvan leert of beter wordt.
We eindigen het gesprek waar we begonnen, lang opleider zijn en volgend jaar stoppen als huisarts. Joop betreurt het nog geen opvolger te hebben gevonden, hij had gehoopt dat via de opleiding iemand zou blijven hangen. Dan te bedenken dat hij in 1979 zich “mocht” vestigen, er waren vele gegadigden, en dat hij nu zijn praktijk, -goed op orde-, niet kwijt kan. Of ik het voort wilde zeggen.

Wietze Eizenga

Doktershof met Oude Raadhuis en RK-Kerk Winterswijk

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

juliuscentrum.nl maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet