POINT-i project
POINT-i project
Duurzame verbetering van de farmacotherapeutische zorg door versterking van de interprofessionele samenwerking in de eerstelijn: de huisarts & apotheker als team (project POINT-i).
Farmacotherapie wordt steeds complexer door ontwikkelingen in medicatie, de verouderende samenleving en de toename van multimorbiditeit. Om gezondheidsschade te voorkomen en gezondheidswinst te behalen met medicatie is kwaliteitsverbetering in de eerstelijnspraktijk noodzakelijk.
In POINT is de effectiviteit aangetoond van een interprofessioneel samenwerkingsmodel met een apotheker die als behandelaar werkt vanaf de eerstelijns medische zorgvloer. Uit POINT, internationale studies en ruime praktijkervaring blijkt dat deze vorm van geïntegreerde samenwerking tussen huisarts en apotheker leidt tot:
- Minder medicatiegerelateerde ziekenhuisopnames.
- Een betere kwaliteit van leven van chronische patiënten doordat zij minder bijwerkingen ervaren, minder vallen en minder onnodige medicatie gebruiken.
- Kennisoverdracht tussen huisartsen en apotheker, en meer werktevredenheid en werkplezier.
- Kostenbesparing, o.a. door het effectief en efficiënt doorvoeren van farmacotherapeutische interventies, de focus op deprescribing, het voorkomen van ziekenhuisopnames en door het langer kunnen behandelen van mensen in de eerste lijn.
POINT-i gaat over het uitwerken van de condities die belangrijk zijn voor opschaling van dit interprofessionele samenwerkingsmodel. Het is ontstaan uit de visie dat dit model leidt tot:
- Verbetering van de behandeling van patiënten met farmacotherapie
- Optimale benutting van de farmacotherapeutische expertise van apothekers
- Versterking van de capaciteit van het eerstelijnsteam.
Kortom: “Juiste zorg op de juiste plek”.
Doelstellingen POINT-i project uitklapper, klik om te openen
Het adresseren van geïdentificeerde barrières die implementatie van dit interprofessionele samenwerkingsmodel hinderen, namelijk:
- het ontbreken van dialoog en gezamenlijk beeld van dit interprofessionele samenwerkingsmodel bij de direct betrokken beroepsgroepen,
- geen duurzaam financieringsmodel en
- de specifieke training voor deze rol wordt niet structureel aangeboden in Nederland.
Doelstelling 1
Het creëren van draagvlak, mede-eigenaarschap en daadkracht voor dit interprofessionele samenwerkingsmodel met een apotheker die werkt vanaf de eerstelijns zorgvloer met huisartsen bij:
- de verschillende beroepsorganisaties van huisartsen en apothekers
- het werkveld van huisartsen en apothekers
- andere belangrijke stakeholders zoals patiënten en beleidsmakers
Doelstelling 2
Het uitwerken van bekostigingsscenario’s voor het ontwikkelen van een duurzaam financieringsmodel, voor de activiteiten die uitgevoerd worden in het kader van interprofessioneel samenwerken, en ook de aanvullende opleiding die hiervoor nodig is.
Doelstelling 3
Het doorontwikkelen van aanvullende opleiding voor apothekers, gericht op werkplek leren vanuit de eerstelijns zorgvloer met huisartsen. Deze aanvullende opleiding is gebaseerd op de eerdere opleiding die ontwikkeld is vanuit de POINT studie.
Om de project doelstellingen uit te werken op basis van werkelijke ervaringen, willen we gedurende het project 3x12 apothekers met dit profiel opleiden. Hiermee beogen we concreetheid en diepgang in de doelstellingen 1 t/m 3 te bereiken.
Beoogde uitkomsten POINT-i project uitklapper, klik om te openen
We streven naar het oplossen van de 3 geïdentificeerde barrières en het tegelijkertijd aanjagen van het momentum door al 36 apothekers met dit profiel af te leveren.
Deelnemen aan POINT-i project uitklapper, klik om te openen
Eind 2024 zal de eerste leergang starten voor 12 apothekers. Heeft u interesse in deelname, of vragen over het project? Neem dan contact met ons op.
Dr. Ankie Hazen (projectleider)
E-mail: a.c.m.hazen@umcutrecht.nl
Mw. Elske van Diepen (projectcoördinator)
E-mail: e.vandiepen@umcutrecht.nl
FAQ uitklapper, klik om te openen
Wat zijn de concrete doelstellingen van project POINT-i?
- Het ontwikkelen van een breed gedragen visie over het interprofessionele samenwerkingsmodel tussen een apotheker en huisarts, en het identificeren en waar mogelijk adresseren van bevorderende en belemmerende factoren voor deze samenwerking bij de direct betrokken beroepsgroepen en andere stakeholders (WP1).
- Het verkennen van de (on)mogelijkheden voor een duurzame financiering van dit interprofessionele samenwerkingsmodel (WP2).
- Het trainen op basis van werkplekleren van drie groepen van 12 openbaar apothekers in de huisartsenpraktijk (WP3 en WP4).
Hoe ziet het interprofessionele samenwerkingsmodel eruit? Wat zijn de randvoorwaarden?
- Het gaat in de basis om het samenwerkingsmodel zoals dit in de POINT studie onderzocht is [ref 1-3].
- Het model behelst een geïntegreerde samenwerking tussen huisarts en apotheker voor de farmacotherapeutische behandeling van patiënten.
- De apotheker is als zelfstandig behandelaar lid van het eerstelijns medisch team, herkenbaar en een substantieel deel van zijn/haar tijd beschikbaar voor patiënten en collega-zorgverleners in de huisartsenpraktijk/gezondheidscentrum.
- De apotheker werkt in hetzelfde patiëntendossier als de huisarts, waardoor efficiënt wordt afgestemd met betrekking tot de farmacotherapie van de patiënt
- De apotheker voert vanuit de huisartsenpraktijk zelfstandig consulten met patiënten over de behandeling met geneesmiddelen. De apotheker gaat hierbij uit van de zorgvraag, de wensen, de verwachtingen en de ervaringen van de individuele patiënt.
- De apotheker neemt vanuit zijn/haar behandelrelatie de verantwoordelijkheid voor een optimale behandeling van de patiënt met geneesmiddelen.
- De apotheker, huisarts en andere zorgprofessionals werken samen op basis van eigen professionele verantwoordelijkheid en autonomie.
- De apotheker is aanvullend geschoold in consultvoering, klinisch redeneren en medische besluitvorming.
De kern van dit interprofessionele samenwerkingsmodel is dat de apotheker een substantieel deel van zijn/haar tijd kan besteden aan farmacotherapeutische behandeling van patiënten in nauwe samenwerking met de huisarts, waardoor kennis, kunde en tijd van huisarts en apotheker effectief en efficiënt en in synergie worden ingezet.
Wat is de plaats van het zogenaamde ‘hybride model’ binnen POINT-i?
In het oorspronkelijke POINT onderzoek werkte de apotheker volledig in de huisartsenpraktijk. De wetenschappelijke bewijsvoering is daarop gebaseerd. Uit gesprekken is gebleken dat er een voorkeur is vanuit openbaar apothekers voor een zogenaamd hybride model, waarbij de apotheker deels in de openbare apotheek en deels in de huisartsenpraktijk werkt. Voordelen zijn dat dit model wordt ingebed vanuit bestaande samenwerkingen, en dat de apotheker in deze vorm voeling heeft met beide werkvloeren en de recept-gebonden en recept-ongebonden zorg kan combineren ten gunste van de patiënt. Binnen POINT-i wordt dit model als basis gebruikt, en de projectdoelstellingen worden op dit model toegespitst.
Wat zijn de werkzaamheden van de apotheker in de huisartsenpraktijk?
De apotheker neemt vanuit zijn/haar positie als behandelaar in het eerstelijnsteam de verantwoordelijkheid voor de farmacotherapeutische behandeling van individuele patiënten en het farmacotherapeutische beleid van de praktijk/gezondheidscentrum. Overkoepelend bestaan de werkzaamheden uit 1. Individuele farmacotherapeutische patiëntenzorg, 2. Kwaliteitszorg en 3. Consultatiefunctie en onderwijs. Concrete invulling en zwaarte van de verschillende onderdelen is afhankelijk van de populatie van de praktijk/gezondheidscentrum, lokale prioriteiten en (regionale) samenwerkingsafspraken. Bekijk het document ‘werkzaamheden’ voor verdere toelichting.
Welke aanvullende vaardigheden heeft de apotheker?
- Neemt de verantwoordelijkheid voor de farmacotherapeutische behandeling van individuele patiënten en het farmacotherapeutische beleid van de praktijk/gezondheidscentrum.
- Getraind in effectieve consultvoering, klinisch redeneren en medische besluitvorming.
- Handelt vanuit de zorgvraag van de patiënt.
- Gaat op professionele wijze om met de risico’s en onzekerheden rondom de farmacotherapeutische behandeling van de patiënt.
- Heeft klinisch inzicht in de effecten van een geneesmiddel op mensen door monitoring en follow-up (o.a. inschatten van mate van bijwerkingen en impact ervan op patiënt, beoordelen van effectiviteit van de farmacotherapeutische behandeling, interpreteren van labwaarden).
- Is in staat om met de patiënt beslissingen te nemen over de farmacotherapie.
- Denkt en handelt persoonsgericht (niet geneesmiddel-georiënteerd).
- Heeft een signaalfunctie en verwijst doelgericht, o.b.v. ‘niet-pluis’ gevoel over de farmacotherapeutische behandeling.
- Stelt geen diagnose, maar heeft wel een goed ontwikkeld gevoel voor het herkennen van klachten en symptomen die veroorzaakt worden door een geneesmiddel of wijzen op nieuwe ziekte of verergering van ziekte.
Waarom is het belangrijk dat de apotheker op de werkvloer van de huisartsenpraktijk werkt?
De huisartsenpraktijk of de zorgvloer waar eerstelijns behandelaren werken leent zich het beste voor de patiënt om (niet-receptgebonden) zorg te ontvangen. Dat is dus ook de meest logische plek voor deze rol van de apotheker, en de meest kansrijke plek om de kwaliteit van farmacotherapeutische zorg van individuele patiënten te verbeteren. Daarnaast is het voor interprofessioneel samenwerken belangrijk dat huisarts en apotheker elkaar op de zorgvloer ontmoeten en een vertrouwensrelatie opbouwen. Hierdoor vinden zorgverleners elkaar makkelijker, leren zij van elkaar, begrijpen elkaars taal en krijgen meer vertrouwen in elkaars kennis en kunde. Beide professionals kennen de patiënt en diens vragen en problemen. Dit leidt samen tot (ver)delen van verantwoordelijkheden over de farmacotherapeutische zorg afgestemd op de individuele patiënt. Ook korte informele contactmomenten (zoals in de gang of tijdens de pauze) dragen bij aan snelle en rijke uitwisseling van informatie over de patiënt en behandelopties.
Verschuift hierdoor de farmacotherapeutische zorg van de apotheek volledig naar de huisartsenpraktijk?
Nee. De apotheker is een wet BIG erkende zorgspecialist, die in een werksetting van ketenzorg en netwerkgeneeskunde met o.a. huisartsen, wijkverpleging, andere openbaar apothekers, ziekenhuisapothekers en medisch specialisten, farmacotherapeutische zorg levert aan zowel individuele patiënten, als populatiegericht en risico gestuurd. De apotheker voert farmacotherapeutische zorg uit die nu door de huisarts wordt verricht, of waar de huisarts nu niet aan toe komt, zoals bij patiënten met complexe farmacotherapie of met medicatiegerelateerde problemen. Ook kan de apotheker vanuit de huisartsenpraktijk een deel van de farmacotherapeutische taken uitvoeren die anders vanuit de openbare apotheek worden gedaan, afhankelijk van de wensen van de betreffende setting. In de praktijk blijkt de gezamenlijke farmaceutische en farmacotherapeutische zorg hierdoor versterkt en efficiënter te worden. De openbaar apotheker blijft verantwoordelijk voor de verstrekkingen van de juiste geneesmiddelen, voor medicatiebewaking, voor passend advies, gebruiksinstructie van en consult bij het geneesmiddel en voor goed en laagdrempelig advies bij zelfzorg van kleine kwalen.
Verliest de apotheker in dit model zelfstandigheid en autonomie?
Nee. De apotheker en de huisarts hebben volgens wet BIG, Geneesmiddelen Wet en vigerende professionele richtlijnen en standaarden eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden; ieder werkt vanuit zijn/haar professionele verantwoordelijkheid en autonomie binnen het huisartsenpraktijkteam en met alle samenwerkende eerstelijns zorgverleners. Als vanzelfsprekend zullen lokaal samenwerkingsafspraken worden gemaakt.
Wat is de toegevoegde waarde van dit interprofessionele samenwerkingsmodel?
Dit interprofessionele samenwerkingsmodel draagt bij aan optimalisatie van de behandeling van patiënten met geneesmiddelen, het benutten van de farmacotherapeutische expertise van apothekers en het versterken van de capaciteit en expertise van het eerstelijnsteam. Hierdoor verbetert de kwaliteit, de medicatieveiligheid, de doelmatigheid (o.a. minder ziekenhuisopnames en verwijzingen naar de 2e lijn) en toegankelijkheid van de zorg [ref 1-6].
Wat is de meerwaarde voor de patiënt?
Voor de patiënt is er meer aandacht voor diens wensen, ervaringen en verwachtingen van de behandeling met geneesmiddelen en is er een vertrouwde en kundige behandelaar waar de patiënt terecht kan met vragen, wensen en problemen over diens behandeling met geneesmiddelen. De apotheker zal op basis van de zorgvraag en behoeften van de patiënt met (chronische) medicatie of polyfarmacie zijn/haar medicatiegebruik evalueren en optimaliseren. Concreet houdt dit in voor de patiënt:
- gehoord worden bij mogelijke farmacotherapie gerelateerde problemen
- meer ziekte-inzicht in en tevredenheid over de eigen farmacotherapie
- minder bijwerkingen
- minder medicatiefouten
- minder medicatiegerelateerde ziekenhuisopnames
Wordt dit een apart beroep of specialisatie voor apothekers?
Nee, het wordt geen nieuw beroep en geen aparte erkende specialisatie. Het gaat om het versterken en verdiepen van het zelfstandig behandelaarschap van de apotheker.
Moet een apotheker in dienst van de huisartsenpraktijk zijn?
Nee. De apotheker zal wel op gezette tijden werken vanuit de huisartsenpraktijk en daar dus fysiek spreekuur houden. We willen de apotheker dus stimuleren om (deels) te veranderen van werksetting, zodat vanuit geïntegreerde netwerkzorg met een eerstelijns kernteam van in ieder geval huisarts, wijkzorg en apotheker betere zorguitkomsten worden verkregen (hogere kwaliteit, lagere kosten, verhoogd werkplezier en positieve patiënt ervaring en tevredenheid).
Heeft de apotheker hiervoor aanvullende opleiding nodig?
Ja. De universitaire opleiding tot apotheker en de vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist zijn steeds meer gericht op een patiëntgerichte zorgverlenersrol in de openbare apotheek. Met het POINT-i project bouwen we voort op deze basis en geven dat verdere verdieping. Concreet betekent dit dat de apotheker gedurende een bepaalde periode aanvullend wordt opgeleid in een huisartsenpraktijk. Daarbij is aandacht voor consultvoering zoals gebruikelijk binnen de huisartsensetting, dossiervoering, klinisch redeneren en medische besluitvorming (omgaan met risico’s en onzekerheden rondom farmacotherapeutische behandelbeslissingen). Dit zijn immers context specifieke competenties, waarvan is aangetoond dat een aanvullende opleiding bijdraagt aan professionele identiteitsontwikkeling van de apotheker als behandelaar.
Waar wordt de aanvullende opleiding ingebed?
Doel is om voor deze rol een interprofessionele opleiding te realiseren binnen een samenwerking tussen de vervolgopleiding tot openbaar apotheker en huisartsopleiding. De stip op de horizon is om dit een standaard onderdeel te laten zijn van het curriculum van de vervolgopleiding tot openbaar apotheker specialist. Voor huidige openbaar apothekers die al gestart zijn of willen starten in deze rol wordt een op maat gemaakt opleidingsprogramma aangeboden.
Referenties
- Hazen A. Non-dispensing clinical pharmacists in general practice: training, implementation and clinical effects. PhD thesis, Utrecht University, the Netherlands. 2018. ISBN/EAN: 978-90- 393-6932-6
- Sloeserwij V. The non-dispensing pharmacist in primary care. An interprofessional model to improve pharmaceutical care and patient safety. PhD thesis, Utrecht University, the Netherlands. 2020. ISBN/EAN: 978-94-6416-206-6
- Hazen A, Sloeserwij V, Pouls B, Leendertse A, de Gier H, Bouvy M, de Wit N, Zwart D. Clinical pharmacists in Dutch general practice: an integrated care model to provide optimal pharmaceutical care. Int J Clin Pharm. 2021 Oct;43(5):1155-1162. doi: 10.1007/s11096-021- 01304-4.
- Hayhoe B, Cespedes JA, Foley K, Majeed A, Ruzangi J, Greenfield G. Impact of integrating pharmacists into primary care teams on health systems indicators: a systematic review. Br J Gen Pract. 2019 Sep 26;69(687):e665-e674. doi: 10.3399/bjgp19X705461. PMID: 31455642; PMCID: PMC6713515.
- Tan ECK, Stewart K, Elliott RA, et al. Pharmacist services provided in general practice clinics: a systematic review and metaanalysis. Res Social Adm Pharm. 2014;10(4):608–22. https://doi. org/10.1016/j.sapharm.2013.08.006.
- Chisholm-Burns MA, Kim Lee J, Spivey CA, Slack M, Herrier RN, Hall-Lipsy E, Graff Zivin J, Abraham I, Palmer J, Martin JR, Kramer SS, Wunz T. US pharmacists' effect as team members on patient care: systematic review and meta-analyses. Med Care. 2010 Oct;48(10):923-33. doi: 10.1097/MLR.0b013e3181e57962. PMID: 20720510.
Projectteam POINT-i project uitklapper, klik om te openen
Consortium: samenwerking UMC Utrecht (afdeling huisartsgeneeskunde) – UU (departement farmaceutische wetenschappen) – LRJG (Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra).
Naam | Functie |
---|---|
Prof. Dorien Zwart | Hoofdaanvrager. Afdelingshoofd Huisartsgeneeskunde Julius Centrum UMC Utrecht, huisarts GHC de Bilt |
Dr. Ankie Hazen | Projectleider, apotheker, assistant professor Julius Centrum UMC Utrecht, docent-farmacotherapie en onderwijsontwikkelaar huisartsopleiding Utrecht |
Prof. Niek de Wit | Bestuurlijk verantwoordelijke. Emeritus-hoogleraar huisartsgeneeskunde en divisie voorzitter Julius Centrum UMC Utrecht |
Prof. Marcel Bouvy | Hoogleraar farmaceutische patiëntenzorg, Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit Utrecht |
Prof. Roger Damoiseaux | Hoogleraar huisartsgeneeskunde en hoofd huisartsopleiding UMC Utrecht |
Drs. Wietze Eizenga | Manager Opleiders Huisartsopleiding Utrecht |
Drs. Fenneken Meulink | Medisch directeur-bestuurder en huisarts bij de Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra (LRJG) |
Drs. Valérie Meijvis | Apotheker-farmacotherapeut Leidsche Rijn Julius Gezondheidscentra, onderzoeker bij SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy en promovenda Universiteit Utrecht |
Dr. Thomas Kempen | Universitair docent farmaceutisch zorgonderzoek, Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit Utrecht |
Dr. Anne Leendertse | Patiëntvertegenwoordiger |
Mw. Elske van Diepen | Projectcoördinator |
Financiering POINT-i project uitklapper, klik om te openen
Het implementatieproject wordt gefinancierd door ZonMw (dossiernummer 10140292110007), de SBOH en de KNMP.
Meer informatie en referenties uitklapper, klik om te openen
Meer informatie over de oorspronkelijke POINT studie waar dit implementatieproject op is gebaseerd is te vinden op: https://juliuscentrum.umcutrecht.nl/nl/studies-en-cohorten/point
- Hazen A, Sloeserwij V, Pouls B, Leendertse A, de Gier H, Bouvy M, de Wit N, Zwart D. Clinical pharmacists in Dutch general practice: an integrated care model to provide optimal pharmaceutical care. Int J Clin Pharm. 2021 Oct;43(5):1155-1162. doi: 10.1007/s11096-021-01304-4.
- Proefschrift Ankie Hazen (2018)
- Proefschrift Vivianne Sloeserwij (2020)
- Anderson C, Zhan K, Boyd M, et al. The role of pharmacists in general practice: a realist review. Res Social Adm Pharm. 2019;15(4):338–45. https://doi.org/10.1016/j.sapharm.2018.06.001.
- Avery AJ. Pharmacists working in general practice: can they help tackle the current workload crisis? Br J Gen Pract. 2017;67(662):390. https://doi.org/10.3399/bjgp17X692201.
- Tan ECK, Stewart K, Elliott RA, et al. Pharmacist services provided in general practice clinics: a systematic review and metaanalysis. Res Social Adm Pharm. 2014;10(4):608–22. https://doi. org/10.1016/j.sapharm.2013.08.006.
- De Barra M, Scott CL, Scott NW, et al. Pharmacist services for non-hospitalised patients. Cochrane Database Syst Rev. 2018;9(9):CD013102. https://doi.org/10.1002/14651858.CD013102.
- Bush J, Langley CA, Jenkins D, Johal J, Huckerby C. Clinical pharmacists in general practice: an initial evaluation of activity in one English primary care organisation. Int J Pharm Pract. 2018 Dec;26(6):501-506. doi: 10.1111/ijpp.12426. Epub 2017 Dec 27. PMID: 29280513.
Datum laatste update: maart 2024